Rosemarijn is onderzoeker aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden. Op verzoek van de gemeente onderzocht ze de (post)koloniale geschiedenis van de gemeente Tilburg. Ze schreef er samen met anderen een boek over. "Het koloniale verleden van Nederland en dus ook van Tilburg is een belangrijk deel van onze geschiedenis. Je kunt het niet afdoen als alleen maar een zwarte bladzijde in die geschiedenis. Daar moeten we ons bewust van zijn. Het is goed als we de verhalen van de inwoners uit de koloniën kennen en er met elkaar over in gesprek kunnen gaan. Ik hoop dat het boek daar een aanzet toe geeft."
Kun je iets meer vertellen over het boek?
"Het is een samenwerking tussen inwoners, de gemeente, het Regionaal Archief Tilburg, Tilburg University, het TextielMuseum en Stadsmuseum Tilburg. Het is 248 pagina's en het is 11 juni gepresenteerd. We wilden een boek dat wel wetenschappelijk verantwoord is maar ook goed leesbaar is. Ik hoop dat dat gelukt is."
Waarom is het belangrijk dat dit onderzoek gedaan is?
"Omdat dit iets is dat sterk verbonden is met onze geschiedenis. En bovendien een thema is dat nog steeds actueel is. Het is niet iets dat achter ons ligt. Inwoners met binding met onze koloniën hebben nog steeds elke dag met de koloniale geschiedenis en de doorwerkingen te maken. Hoe wij als witte Nederlanders tegen ze aan kijken, de vooroordelen die we hebben. De vormen van discriminatie waar ze mee te maken krijgen. Inwoners met koloniale roots zijn hier geboren en getogen, maar ze voelen zich nog wel degelijk verbonden met de voormalige koloniën. Daar moeten we ons bewust van zijn. En ruimte geven aan de stemmen van die mensen uit de koloniën of van de familieleden die daar woonden. Als we ons daarvan bewust zijn en de verhalen kennen, kunnen we daarover samen in gesprek. Ik weet dat de gemeente hier na de presentatie van het boek mee aan de slag gaat."
Hoe ben je te werk gegaan in het onderzoek?
"Er waren in Tilburg al veel groepen bezig met dit onderwerp. Ik wilde deze mensen zoveel mogelijk bij het onderzoek betrekken. We hebben avonden georganiseerd waar iedereen naartoe kon komen, waar we samen de thema's bepaalden en hoe we het zouden aanpakken. Het onderzoek is een mix van archiefonderzoek, literatuuronderzoek en oral history (het verzamelen en bestuderen van levensverhalen en getuigenissen van mensen over historische gebeurtenissen, red.) Voor dat deel interviewden we meer dan 40 inwoners. Dat waren af en toe hartverscheurende verhalen. Hoe mensen naar Tilburg zijn gekomen, hoe ze dat beleefd hebben en hier hun weg hebben gevonden. Wat opvalt is de grote overlevingskracht die in veel verhalen terugkomt. En we kregen ook allerlei spullen toegestuurd, foto's, krantenknipsels en verhalen. Dat was fijn."
Wat viel je op uit die verhalen?
"Je ziet er vaak ook wel intergenerationeel trauma. Dat wil zeggen dat traumatische ervaringen van de ouders op volgende generaties overgaan. Dat valt vooral op bij inwoners die uit Indonesië komen. Hun ouders of grootouders hebben vaak de Japanse bezetting meegemaakt. Daar zit nog een groot stil lijden. Nederland heeft dat in de beginjaren totaal niet erkend. We hadden daar geen oog en oor voor. Bij mensen uit Suriname hoor je vooral dat ze wel alles van Nederland wisten, maar wij eigenlijk helemaal niks van Suriname.. Bij de Antilliaanse gemeenschap hoor je dat ook terug. Die vertelden: wij zijn deel van jullie Koninkrijk maar jullie weten helemaal niks van ons. Jullie weten echt niet hoe het er bij ons op de eilanden aan toe gaat. Sommigen vertelden dat ze voor het eerst in hun leven dit verhaal hadden verteld en daardoor een week lang van slag waren."
Je deed ook onderzoek naar het koloniale verleden van Haarlem, was dat anders dan in Tilburg?
"Zeker. De invloed van het katholieke geloof is hier heel groot. Via de missie gingen natuurlijk veel fraters en zusters naar onze koloniën. Die missionarissen hadden dan weer contact met hun congregatie, de overste of hun familie. Soms kwamen ze zelfs voor een tijdje terug naar Nederland. Daardoor werd hier een beeld gemaakt van hoe het daar was. Een beeld dat natuurlijk niet strookte met de werkelijkheid. Dat de kinderen daar bijvoorbeeld allemaal door ons gekleed en gevoed moesten worden. Met een klein bedrag kon je een kind van het heidendom redden.. Die invloed van de kerk is het grote verschil met bijvoorbeeld Amsterdam of Haarlem. Andersom leerden de mensen in de koloniën Nederland kennen door de missionarissen."
Waren er nog meer verschillen?
"Zeker, dit is ook een onderzoek naar het postkoloniaal verleden van Tilburg. Je ziet de laatste jaren in Nederland vooral de focus op onderzoek naar ons slavernijverleden. De excuses die Rutte en de koning hebben gemaakt gaan vooral daarover. Dit is een veel breder onderzoek naar het hele koloniale verleden dat gebaseerd is op het bezit van land en mensen. Ons slavernijverleden is een vreselijk deel van dat koloniaal verleden. Het is natuurlijk niet zo dat toen de slavernij werd afgeschaft het probleem opgelost was. Na die slavernij kwamen er weer andere vormen van dwangarbeid, dat een witte buitenstaander zijn normen en waarden oplegt aan de lokale bevolking. In mijn optiek zouden de excuses gemaakt moeten worden voor het hele koloniale verleden."
Hoe was het voor jou om het onderzoek te doen?
“Inspannend, maar ik kreeg er ook heel veel energie van. Als je iets vindt wat een raakvlak met iets anders heeft, en je kunt dat aan elkaar plakken. Dat is mooi als onderzoeker. Maar ik moet ook wel zeggen dat de verhalen me diep geraakt hebben. Ik had me voorgenomen om elke avond twee van de interviews terug te lezen. Maar vaak kwam ik niet verder dan één verhaal.”
Het boek Een westers beschavingsoffensief: sporen van het koloniaal en postkoloniaal verleden van Tilburg is online te bestellen en te koop bij diversie boekwinkels in Tilburg.
Deze browser wordt niet meer ondersteund.
Een recente versie van Microsoft Edge, Chrome of Firefox.